Competenties en assessment

Competenties Facilitator of Change

De Facilitator of Change beheerst de volgende competenties:

  • Verbinden: samen met betrokkenen en op basis van dialoog tot een iteratief proces van co-evolutie (programmamanagement) komen waarin beargumenteerd wenselijk en cultureel haalbare verbeteringen worden geïmplementeerd en herzien;
  • Kritisch reflecteren: observeren met welke overtuigingen en aannames de situatie (project, initiatief, et cetera) wordt aanschouwd. Daardoor worden ethische uitgangspunten en leidende principes geïdentificeerd en kan desgewenst het speelveld worden vergroot;
  • Conceptueel denken: het inzichtelijk maken van (verbanden tussen onderdelen van) de gehele situatie en op basis daarvan verbeteringen voorstellen.

Het samen met betrokkenen op basis van wederzijds begrip en gedeelde betekenis tot actie overgaan en daardoor tot een gezamenlijk, continue en duurzaam veranderproces komen wordt zichtbaar door de competentie verbinden toe te passen, wat weer is gebaseerd op en in iteratie met kritisch reflecteren en conceptueel denken.

Leeruitkomsten en criteria bij de competenties

Beheersing van de competenties is uitgedrukt in het voldoen (behaald / niet behaald) aan de negen leeruitkomsten en bijbehorende criteria (drie per competentie, genummerd 1.1 tot en met 3.3, zie onderstaande tabel).

De leeruitkomsten zijn ingedeeld in drie fasen (de rijen in de tabel): "Voor een basis zorgen", "Nieuwe perspectieven zien en benutten" en "Samen zoeken naar ‘de goede dingen’". Deze fasen worden enigszins volgordelijk, maar bovenal op iteratieve -circulaire en interfererende- wijze doorlopen. Het resultaat hiervan is dat er een duurzaam veranderproces ontstaat (samen blijven zoeken naar 'de goede dingen') - meer nog dan het project of initiatief 'enkel' met een wenselijk eindresultaat als afgerond te beschouwen.
Competenties voor het faciliteren van verandering. (in pdf vorm)
Bronnen bij de leeruitkomsten en criteria
  • Cursus Fit for the Future (2020). Workshops / inhoud. URL: https://www.projectenportfolio.nl/ wiki/index.php/LC_00519
  • Gulikers, J. and C. Oonk (2019). Towards a Rubric for Stimulating and Evaluating Sustainable Learning. Sustainability 2019, 11, 969; doi:10.3390/su11040969
  • Midgley, G., R.Y. Cavana, J. Brocklesby, J.L. Foote, D.R.R. Wood and A. Ahuriri-Driscoll (2013). Towards a new framework for evaluating systemic problem structuring methods. European Journal of Operational Research 229 (2013) 143–154; doi:10.1016/j.ejor.2013.01.047  

Ontwikkelingsgericht werken en beoordelen

Algemeen

De cursus Fit for the Future leidt deelnemers op tot Facilitator of Change (veranderbegeleider). De drie competenties en negen leeruitkomsten worden op verschillende momenten en wijze, zowel formatief als summatief, getoetst.

De cursus omvat een investering van 840 uur. Dit correspondeert met 30EC aan studiepunten. Deze studiepunten kunnen worden verzilverd als minor in HBO bachelor opleidingen. Succesvolle afronding wordt bepaald middels een eindassessment. Hieronder wordt het gehele proces van toetsing verder beschreven. 

Ontwikkelingsgericht werken

Gedurende de cursus staat de ontwikkeling van de deelnemer centraal. Op verschillende manieren en momenten wordt gereflecteerd op en gesproken over de ontwikkeling van de deelnemer: waar staat hij en welke stappen moeten gezet worden om op het gewenste eindniveau te komen. Zowel zelf-assessment (zelf-reflectie) als feedback- en feed forward worden ingezet om de ontwikkeling te monitoren en te faciliteren.

·       Start van de cursus:

  • de deelnemer doet een zelf-assessment waarbij hij voor elk van de negen leeruitkomsten aangeeft waar hij staat en hoe hij zich binnen de cursus verwacht te ontwikkelen. Hiervoor gebruikt hij het format zelf-assessment. Aan dit format ligt de STARR-methode(situatie, taak, activiteiten, resultaat, reflectie) ten grondslag. Dit dient als basis voor de wenselijke ontwikkeling / ambities van de deelnemer en  voor de gesprekken met de coaches.
  • Tijdens het intake gesprek bespreekt de deelnemer met zijn strategisch procesbegeleider zijn zelf-assessment. Doel van dit gesprek is samen te reflecteren op de reflectie van de deelnemer (o.a. ruimte voor tweede-orde observaties), vast te stellen waar de deelnemer staat ten opzichte van de leeruitkomsten  en bijbehorende criteria (nulmeting) en een inschatting te maken van extra focus op ontwikkeling ten behoeve van leeruitkomsten.

·       Tijdens de cursus: feedback en feed forward

  • Portfolio: De deelnemer legt zijn ontwikkeling vast in het portfolio. Door het beschrijven van relevante ervaringen en deze te koppelen aan de vastgestelde leeruitkomsten, onderliggende theoretische principes en eventueel aanvullende persoonlijke leerdoelen reflecteert de deelnemer op zijn ontwikkeling en onderbouwt het behaalde (eind)niveau. Aan het portfolio worden ook 3 zelf-assessments toegevoegd: aan het begin, tussentijds en voor het eindassessment.Kijk hier voor een uitgebreide toelichting bij het portfolio.
  • Toepassingssessies: aan de hand van voorbeelden uit de vraagstukken gaan deelnemers met elkaar in gesprek over hoe men de inhoud van de workshops kan toepassen en hoe men elkaars ervaringen en kennis kan benutten. Dit ook in relatie tot de leeruitkomsten en bijbehorende criteria. Daarnaast wordt besproken hoe men collega’s en betrokkenen in het vraagstuk hierin mee kan nemen en indien van toepassing hoe men daarin studenten kan begeleiden. Tijdens de laatste toepassingssessie geven alle deelnemers een presentatie van 15 minuten waarin zij hun ontwikkeling en belangrijkste leermomenten/ervaringen uit de cursus met elkaar delen. Deze presentatie wordt niet beoordeeld maar dient als voorbereiding op het eindassessment en als afsluiting van het (groeps)leerproces. Bij het eindassessment kan in het gesprek wel teruggegrepen worden op de presentatie.
  • Strategische procesbegeleiding (2-3 momenten per cursus): Iedere deelnemer heeft een strategisch procesbegeleider. Samen monitoren en bespreken zij de voortgang en identificeren zij volgende stappen zodat de deelnemer zorgvuldige beslissingen kan nemen. De strategisch procesbegeleider is, meer dan de andere docenten in de cursus, nauw betrokken bij het project waar de deelnemer aan werkt. In de individuele gesprekken wordt besproken wat nodig is om het project verder te krijgen. Daarnaast is er uitgebreid aandacht voor de ontwikkeling van de deelnemer en wat nodig  is om de cursus succesvol af te ronden. Dit in relatie tot de leeruitkomsten en bijbehorende criteria. Het portfolio is ondersteunend aan deze gesprekken. Met name het laatste gesprek zal ingaan op de mate waarin de deelnemer klaar is voor het eindassessment. Dit zal gebeuren aan de hand van de 2e zelfassessment. 

Het eindassessment

  • Algemeen:
    • Niveau: hbo level 2 (niveau 6 EQF)
    • Studiebelasting: 840 uur (staat gelijk aan 30 ECTS)
    • Toetsvorm: mondeling gesprek op basis van een portfolio (live of digitaal)
    • Vereisten deelname: portfolio is tijdig ingeleverd en voldoet aan de vereisten(zie beschrijving portfolio)
    • Inhoud van de toets: alle  leeruitkomsten, bijbehorende criteria en principes
    • Wegingsfactor: 1
    • (Bodem)cijfer: behaald / niet behaald
    • Planning toets / herkansing: deadline, herkansingsmogelijkheid, termijn
    • Inzagemoment / terugkoppeling:
    • Het HZ frauderegelement is van toepassing (HZ fraud regulation (PDF, in Dutch))
  • Het assessment gesprek: Middels een assessment gesprek wordt bepaald of de deelnemer het gewenste eindniveau voor alle leeruitkomsten (en daarmee de cursus) heeft behaald of niet. Het portfolio staat in het gesprek centraal. Om het eindniveau te bepalen wordt per leeruitkomst gekeken naar de reflectie en bijbehorende bewijslast in het portfolio. Tijdens het gesprek wordt de deelnemer hier verder over bevraagd. Het gesprek vindt plaats met 2 assessoren: de strategisch procesbegeleider van de deelnemer en een (van het project) onafhankelijke assessor. De WACKER-methode wordt toegepast om tot een zo objectief mogelijke beoordeling te komen. WACKER staat daarbij voor: Waarnemen, Aantekeningen maken, Classificeren, Kwalificeren, Evalueren, Rapporteren. Kijk hier voor het beoordelingsformulier.
    • Duur assessmentgesprek: 1 uur en 45  (30 minuten voorbereidend gesprek tussen assessoren, gesprek met deelnemer 45 minuten, beoordeling 15 minuten, feedback 15 minuten)
    • Per assessment 2 assessoren aanwezig waarvan minstens 1 met BKE-certificering
    • Assessoren: Hans, Daniëlle, Carlien, Gabriëlle, …
  • Voorbereiden op het assessment:
    • Portfolio opstellen, inclusief zelf-assessments. Er wordt driemaal een zelf-assessment ingevuld: voor de intake, voor de tussentijdse beoordeling en voor het eindassessment.
    • Bekend raken met de leeruitkomsten en bijbehorende criteria (en principes?).
    • Assessmentrooster wordt gedeeld met deelnemers (twee assessoren per deelnemer, waarvan minimaal een met BKE).
  • Afronding: de deelnemer ontvangt een certificaat van deelname en indien de cursus is behaald ontvangt hij een certificaat waaruit blijkt dat de cursus 30 EC waard is.
  • Herkansing: Bij het niet behalen v

an de eindbeoordeling bestaat de mogelijkheid tot herkansing. Zowel het portfolio als

het gesprek mogen worden herkanst. De herkansing vindt over het algemeen plaats binnen 2 weken na ontvangst van de eerste beoordeling. De toetsing is nadrukkelijk gericht op beheersing van specifieke vaardigheden. Deze vaardigheden komen tot uiting in en worden verder ontwikkeld in beroepssituaties waarbij gewerkt wordt aan een complex, interdisciplinair vraagstuk. Tijd en de juiste context zijn nodig om deze vaardigheden te kunnen ontplooien. Om te voorkomen dat een deelnemer op het eind niet in staat is het juiste niveau te behalen wordt gedurende de gehele minor ingezet op formatieve toetsing. De deelnemer krijgt zo steeds feedback op zijn of haar niveau en kan in de beroepssituatie actief werken aan de vaardigheden. Bij het laatste gesprek met de strategisch procesbegeleider wordt nogmaals gekeken waar de deelnemer staat en wordt ook een realistisch inschatting gemaakt over binnen welke periode de deelnemer in staat kan zijn het juiste niveau te behalen.

Begeleiding tijdens de cursus

De cursus wordt verzorgd door:

  • Docenten/trainers: verzorgen workshops en toepassingssessies. De expertise van de trainers verschilt: van kennis van de sociale theorie en ervaring als facilitator of change tot specifieke kennis van onderwerpen als persoonlijk leiderschap, ethiek/filosofie, governance, delta etc. Tezamen verzorgen zij zowel kernworkshops (praktisch en theoretisch) over de sociale theorie en het democratisch proces als facultatieve workshops gericht op meer inhoudelijke onderwerpen die linken aan de projecten (bijv. de omgevingswet, participatie, delta) en persoonlijke ontwikkeling (bijv. persoonlijk leiderschap en ethiek/filosofie).
  • Strategisch procesbegeleiders: binnen de cursus staan projecten gericht op complexe, maatschappelijke vraagstukken centraal. De deelnemers zijn onderdeel van een projectgroep bestaande uit verschillende stakeholders (denk aan overheid, (maatschappelijke) organisaties, burgers, onderwijs). Iedere deelnemer krijgt een strategisch procesbegeleider toegewezen. Deze is nauw betrokken bij het project en biedt de deelnemer 1-op-1 begeleiding. Deze begeleider heeft inhoudelijke kennis van het project en is een rolmodel als facilitator of change. De strategisch procesbegeleider begeleidt de deelnemer op persoonlijk vlak en zal vanuit deze rol ook met de deelnemer in gesprek gaan over persoonlijke ontwikkeling. “Zwaardere” persoonlijke coaching maakt niet standaard deel uit van de cursus.

Verantwoording ECs

De cursus is 30 EC (European Credits) waard. Deze EC’s zijn als volgt verdeeld:

15 EC theorie:

De deelnemer krijgt een theoretische basis aangereikt middels de verschillende workshops, zelfstudie van het boek m.b.t. de sociale theorie en verschillende artikelen, de toepassingssessies en de individuele gesprekken. Ook in het portfolio wordt de theorie gekoppeld aan de praktijk.

15 EC praktijk:

De deelnemer werkt gedurende de gehele cursus aan een project waarin hij samen met verschillende partijen uit de samenleving (te denken valt aan gemeenten, burgers, maatschappelijke organisaties) aan een maatschappelijk vraagstuk werken. De deelnemer heeft een actieve rol en faciliteert het proces om te komen tot wederzijds begrip en gedeelde betekenis.

Bij het eindassessment worden de 9 leeruitkomsten getoetst. Alle leeruitkomsten zijn direct te koppelen aan zowel theoretische basisprincipes als praktijk ervaringen. Bij de beoordeling telt iedere leeruitkomst even zwaar (3,33 EC per leeruitkomst). Om de cursus te behalen moeten alle individuele leeruitkomsten zijn behaald. 























Referenties